Het is mogelijk om uw paard(en) tegen de volgende aandoeningen te vaccineren: influenza, tetanus, huidschimmel, rhinopneumonie (Equine Herpes Virus) en het West Nijl Virus. Hieronder worden deze vaccinaties één voor één beschreven.

Influenza

Wij raden aan om alle paarden te vaccineren tegen influenza en tetanus, volgens het volgende vaccinatieschema:
– Basisvaccinatie: bestaande uit 2 vaccinaties met een tussentijd van 4-6 weken
De basisvaccinatie kan voor het eerst toegediend worden op een leeftijd van 5-6 maanden. Voor deelname aan wedstrijden vereist de KNHS een basisvaccinatie met een tussentijd van 21-92 dagen. Wij houden het advies van de fabrikant voor optimale werkzaamheid aan en hervaccineren bij voorkeur na 4-6 weken.
– Na een half jaar nogmaals vaccineren
– Vervolgens de vaccinatie jaarlijks herhalen (uitzondering: paarden die deelnemen aan internationale wedstrijden dienen halfjaarlijks gevaccineerd te worden)

Drachtige merries mogen gewoon gevaccineerd worden. Het is zelfs aan te raden de merrie een maand voor de verwachte geboorte van het veulen te vaccineren. De merrie maakt dan extra antistoffen tegen het influenza-virus en geeft deze via de biest door aan het veulen. Daardoor is het veulen na het drinken van de biest gedurende de eerste maanden goed beschermd.

 

Tetanus

Tetanus of ‘klem’ wordt veroorzaakt door de bacterie ‘Clostridium tetani’. Deze bacterie komt overal in de omgeving voor en kan vooral bij kleine diepe wondjes en in wonden met veel afstervend weefsel problemen veroorzaken. De bacterie gaat  zich vermenigvuldigen en toxines (gifstoffen) produceren waardoor de spieren over het gehele lichaam verkrampen. Behandeling is meestal niet mogelijk en in de eindfase ontstaat een permanente kramp met sterfte door verstikking of uitputting tot gevolg.
Doorgaans wordt de vaccinatie tegen influenza gecombineerd met een tetanusvaccinatie, waardoor bij een regelmatig gevaccineerd paard een goede bescherming gewaarborgd is.

 

Huidschimmel

Preventief:
De vaccinatie kan preventief toegepast worden waarna het paard gedurende 9 maanden een hogere weerstand heeft tegen de infectie. Deze behandeling kan bijvoorbeeld toegepast worden wanneer een gezond paard in een omgeving verblijft waar schimmel is vastgesteld. Het paard dient tweemaal gevaccineerd te worden met een tussentijd van 14 dagen.

Therapeutisch:
Deze vaccinatie kan ook toegediend worden bij paarden die al een schimmelinfectie doormaken. De huidletsels zullen dan sneller genezen. Deze behandeling kan gecombineerd worden met het wassen met Imaverol.

 

Rhinopneumonie (Equine Herpes Virus)

We raden aan om drachtige merries te vaccineren op 5, 7 en 9 maanden drachtlengte. Dit advies geldt altijd en niet alleen nu er met enige regelmaat ‘uitbraken’ zijn van de neurologische vorm van rhinopneumonie.

Vaccineren sluit een abortus ten gevolge van EHV niet 100% uit, maar het biedt wel een hele goede bescherming. De fokmerries worden nog beter beschermd tegen verwerpen als de stalgenoten ook gevaccineerd worden.

Voor de niet-drachtige stalgenoten geldt het volgende schema: 2 keer vaccineren met 4 tot 6 weken tussentijd, vervolgens ieder half jaar een herhalingsvaccinatie.

Vaccineren volgens dit laatstgenoemde schema verhoogt de weerstand tegen het virus (respiratoire variant): door vaccinatie worden er minder paarden ziek en ook minder ernstig ziek ten opzichte van stallen waar niet gevaccineerd wordt.

Het vaccineren van de hele stal zorgt voor groepsimmuniteit waardoor het virus een minder hoge infectiedruk kan ontwikkelen. Bij het vaccineren van individuele dieren op een grotere stal ontwikkelen deze dieren een betere immuniteit maar zal de infectiedruk op stalniveau alsnog hoog op kunnen lopen.

De enting biedt geen gegarandeerde bescherming tegen de neurologische vorm, maar door te vaccineren wordt het risico op een serieuze infectie op stal kleiner, en daardoor indirect waarschijnlijk ook het risico op neurologische verschijnselen.

Uitgebreide informatie is terug te vinden op:  www.rhinobijpaarden.nl

 

West Nijlvirus

Het West Nijlvirus wordt door muggen overgedragen en kan neurologische verschijnselen veroorzaken. Op dit moment is het virus nog niet in Nederland geconstateerd. Volgens deskundigen is het echter niet de vraag òf het virus naar Nederland komt maar wannéér dit gebeurt.
Wij raden aan om paarden te vaccineren die van grote (financiële of emotionele) waarde zijn.

Het vaccinatieschema is als volgt:
– Basisvaccinatie: 2x vaccineren met 3-5 weken interval
– Vervolgens jaarlijks vaccineren